De leer
Vijfentwintighonderd jaar geleden ontwaakte de Boeddha na het bereiken van de Verlichting uit zijn meditatie. Het eerste onderricht dat hij gaf behelsde de Vier Edele Waarheden. De Eerste Edele Waarheid die hij verkondigde was de werkelijkheid van het lijden - het feit dat het geluk ons steeds ontvalt. Alles is vergankelijk. Niets van wat wij gewoonlijk als werkelijk beschouwen is blijvend. De oorzaken van ons meedogenloos lijden zijn onwetendheid, gehechtheid en woede. De Tweede Edele Waarheid is dus dat we doorzien waarom we lijden. Wie de wortel van het lijden - de dwalingen - uitroeit, bereikt een staat waarin aan het lijden een eind komt. Dit is de Derde Edele Waarheid, nirvana. De Vierde Edele Waarheid is dat er een pad bestaat dat leidt naar het ophouden van het lijden. Wie dat pad volgt, ervaart uiteindelijk de staat van gelukzaligheid.
Willen we echt gemotiveerd zijn om dat pad te betreden, dan moeten we eerst inzicht hebben in de wet van het karma, de wet van oorzaak en gevolg. Negatieve gedachten en daden hebben negatieve gevolgen en roepen negatieve situaties in het leven. Positieve gedachten en daden hebben positieve gevolgen en roepen positieve situaties in het leven. Als we dit echt tot ons laten doordringen, kunnen we de oorzaken en voorwaarden die tot ons eigen lijden hebben geleid doorgronden. Het geluk en het ongeluk dat we thans ervaren is niet meer en niet minder dan het gevolg van dingen die we vroeger hebben gedaan. Het is zo onmiskenbaar dat we lijden, dat we er niet aan hoeven te twijfelen dat het lijden echt bestaat. We komen dus tot de ontdekking dat we, als we niet willen lijden, ons uiterste best moeten doen om de oorzaken van het lijden nu op te sporen. Als we het lijden en de oorsprong van het lijden begrijpen, komen we tot het inzicht dat er een mogelijkheid bestaat om onwetendheid - de oorzaak van alle lijden - uit te roeien, en kunnen we ons een staat indenken waarin aan die onwetendheid en de dwalingen waarmee zij gepaard gaat een eind komt.