Echo - 1
Thea Lamb, die van een afstandje naar haar keek, gaf zichzelf in gedachten een tik op de vingers voor dit onaardige oordeel. Ze was hier niet naartoe gekomen om haar moeder te veroordelen. Er was alweer een kind vermist geraakt in Black Creek in Florida, en Thea had het vliegtuig genomen uit Washington DC om haar hulp aan te bieden.
Black Creek. Een passende naam voor de stad waar ze was opgegroeid, gelegen in het sombere landschap op de grens tussen Florida en Georgia, een gebied dat meer aan het diepe Zuiden deed denken dan aan enig ander deel van Florida. 'Achterland' zou een nog betere naam zijn, bedacht Thea. Kilometers dichtbegroeide groene bossen boven een ondergronds labyrint van grotten en bronnen. Een plek waar niemand je kon horen gillen, en waar vermisten voor eeuwig verborgen konden blijven.
Bij de gedachte alleen al rook ze de specifieke geur van mos en vochtige aarde. Ze haalde diep adem en merkte hoe de geur uit haar nachtmerries was verdreven door de echt aanwezig stank van uitlaatgassen.
Achtentwintig jaar geleden was haar zusje Maya als eerste vermist geraakt. Ze was uit dezelfde slaapkamer weggehaald als waar Thea sliep. Zelfs nu nog kwamen de duistere beelden naar boven als ze terugdacht aan die nacht. Ze moest zichzelf eraan herinneren dat ze nu een volwassen vrouw was, een FBI-agent, die niet langer gevoelig was voor de nachtelijke angsten uit haar jeugd en het gefluister dat toen overal in de stad te horen was geweest. Bepaalde angsten raakte ze echter niet kwijt. bepaalde twijfels bleven bestaan.
Ze was hiernaartoe gekomen met de beste bedoelingen, maar haar verleden had zich boven haar samengepakt als een donderwolk vanaf het moment dat ze aan boord van het vliegtuig was gestapt.
Ze keek er ook bepaald niet naar uit om haar moeder weer terug te zien. De jaren van verwijdering die tussen hen lagen, strekten zich uit als een lange weg met een slecht wegdek. Thea slingerde haar rugtas over haar schouder en trok haar rolkoffer achter zich aan naar de stoeprand.
Nadat Reggies auto ratelend tot stilstand was gekomen, sprong ze eruit om haar te helpen met haar koffers. Ze droeg een typische Florida-outfit: een korte broek, een tanktop en slippers. Ondanks haar magere gestalte tilde ze de uitpuilende koffer in de kofferbak alsof hij niet meer woog dan een handtas. Even richtte ze haar blik op het verkeer voordat ze Thea aankeek met haar vermoeide blauwe ogen.
"Ik ben blij dat je bent gekomen." Tot Thea's opluchting maakte haar moeder geen aanstalten om haar te omhelzen.
De hitte steeg op van het wegdek. Thea voelde het zweet over haar rug lopen en ze probeerde zo normaal mogelijk te klinken toen ze haar moeder vroeg: "Hoe gaat het, Reggie?"
Haar moeders stem leek nog schorder dan daarvoor toen ze antwoordde: "Dus het is Reggie tegenwoordig?"
"Zo noem ik je al vanaf mijn tiende. Of was je dat vergeten?"
"Ik vond het altijd fijner om "mama" genoemd te worden."
"Dat vond ik nooit zo bij je passen," flapte Thea eruit zonder er verder bij na te denken.
Er flitste iets over Reggie's zongebruinde gelaat. Was dat pijn? Of spijt?
Haar mond verstrakte, waardoor de lijnen in haar huid nog harder werden. "Dat kan ik je waarschijnlijk moeilijk kwalijk nemen. Ik deed wat ik kon, maar dat is zeker geen excuus?"
Verdorie, dit was veel moeilijker dan Thea had gedacht. Wat ze voor Reggie voelde, was ingewikkeld. Het was een rommelige mengeling van boosheid en verwijten, bijeengehouden door hardnekkige twijfels. Wat er verder ook tussen hen was gebeurd, Reggie bleef toch haar moeder, de vrouw die dubbele diensten had gedraaid in het plaatselijke eetcafé zodat haar kinderen een dak boven hun hoofd hadden en te eten hadden gekregen. De vrouw die de schaafplekken op Thea's knieën had verzorgd en die de pestkoppen, die haar aan het huilen hadden gemaakt, snikkend terug liet rennen naar hun moeder.
Ze haalde diep adem. "Ik ben hier niet om het verleden op te rakelen."
"Dat heeft ook geen zin, gezien alles wat er is voorgevallen," zei Reggie vlak. "Er is weer een kind uit mijn huis verdwenen. Gezien mijn verleden kun je je wel indenken wat de politie denkt en wat de buren zeggen. De meesten gaan ervan uit dat ik achter de tralies zal belanden."
Thea hoefde niets te bedenken. Ze was nog maar vier jaar oud geweest toen haar zusje was ontvoerd, maar sinds die tijd had haar leven in de schaduw van deze ontvoering gestaan, tot ze op haar zeventiende het huis uit was gegaan om te gaan studeren. Ze wilde dat ze kon zeggen dat ze inmiddels in staat was om de kwaadaardige roddels te negeren, maar om eerlijk te zijn was ze nooit zo sterk geweest als Reggie. De nare opmerkingen waren onder haar huid gekropen. Je moeder heeft je zusje vermoord. Hoe kun je in hetzelfde huis wonen als dat monster? Heb je je nooit afgevraagd of ze jou niet had willen vermoorden?
"Is het nog net zo erg als vroeger?" vroeg Thea.
"Nog erg genoeg." Reggie krabde aan haar elleboog. "Ik heb er vannacht niet geslapen maar ik moest er vanmorgen even langs om schone kleren te halen voor ik naar mijn werk ging-"
"Wacht even," onderbrak Thea haar. "Heb je vanmorgen gewerkt?"
"Ja, hoezo? De stad ziet zwart van de politie en de vrijwilligers, en in het eetcafé kwamen ze handen tekort. Iemand moet bijspringen om die mensen te bedienen."
"Ja, dat snap ik. Ik dacht alleen, gezien de omstandigheden...Laat maar. Dus je bent langs je huis gegaan?"
Reggie keek stoïcijns, maar haar ogen schitterden boos. "Ze hadden met een spuitbus MOORDENAAR op de zijkant van de veranda gespoten."
''Wat stom."
"Tsja. Ik heb geprobeerd het schoon te maken maar je kunt het nog steeds zien. Ik dacht: ik vertel je maar even wat je kunt verwachten."
Thea knikte, maar ze keek haar moeder niet aan. Reggie zag er nog steeds uit als een harde tante, maar Thea besefte voor het eerst dat ze kwetsbaar was. Tot haar verrassing kreeg ze een brok in haar keel, die ze met moeite wegslikte.
"Wat was ook alweer de reden dat Taryn Buchanan en haar dochter bij jou kwamen wonen?"
"Dat is een lang verhaal. Ik leg het je zo allemaal wel uit, maar eerst moeten we hier weg zien te komen. We houden de mensen achter ons op."
Als om haar bewering te staven kroop een glanzende zwarte pick-uptruck met getinte ramen, die achter hun stond, ongeduldig dichterbij.
Reggie wierp de chauffeur een vernietigende blik toe en draaide zich toen weer om naar Thea. "Stap in."
Thea gooide haar rugzak in de kofferbak, maar de tas met haar pistool en haar FBI-insigne hield ze bij zich. Ze stapte in, terwijl Reggie om de auto heen liep om achter het stuur plaats te nemen. Van binnen zag de auto er niet veel beter uit dan van buiten. De bekleding was hier en daar versleten, en waar ooit de radio had gezeten, was nu een gat. Maar de motor sloeg direct aan toen Reggie de sleutel in het contact omdraaide. Dat was geen verrassing. Ze was altijd handig geweest met automotoren. Ze moest wel, want er was nooit geld geweest voor de garage.
Misschien had verstand van motoren, maar niet bepaald van de airco, bedacht Thea, terwijl ze haar lange haar in een wrong draaide en dat vast stak met een haarspeld. Ze kon zich niet herinneren dat Reggie ooit een goed werkende airconditioning had gehad in één van haar oude brikken. Snel stroopte ze haar jas af en legde die samen met haar tas op de achterbank.
Reggie keek haar vanuit haar ooghoeken aan voor ze langzaam wegreed van de stoep. "Kleed je je altijd zo? Alsof je op weg bent naar een begrafenis? Meid, je smelt nog weg in deze hitte."
Thea probeerde haar kalmte te bewaren bij dit commentaar. "Ik kleed mij voor mijn werk, niet voor het weer. Mensen zijn meer geneigd om mee te werken als ze een beetje worden geïntimideerd door een uniform."
"Maar je bent nu niet aan het werk," protesteerde Reggie. "Je zei dat je een paar vrije dagen had opgenomen. Dus wie probeer je dan te intimideren?"
"Niemand. Ik ben hier om morele steun te verlenen en alle hulp die er verder maar nodig is."
Toen Reggie plotseling remde, passeerde de pick-uptruck haar met een noodgang. Mopperend keek ze in de achteruitkijkspiegel voor ze invoegde in de rij auto's die de terminal verlieten.
"Díé heeft haast," zei Thea.
"Lijkt er wel op. Er zijn veel idioten op de weg tegenwoordig."
"Ik sta ervan te kijken dat je niet je middelvinger opstak. Ik bewonder je zelfbeheersing."
Reggie keek haar kort aan. "Dat soort dingen doe ik niet meer. Ik doe heel veel dingen niet meer die ik vroeger wél deed. Dat zou je hebben geweten als je wat vaker langs was gekomen."
Thea deed haar best om haar irritatie te onderdrukken. "Ik ben er nu toch?"
"Klopt, en daar ben ik ook blij mee. Hoe meer morele steun voor mij, hoe beter. Maar laten we eerlijk zijn over de reden dat je bent gekomen, Althea."
Zo was ze in geen jaren meer genoemd. Thea fronste haar wenkbrauwen terwijl ze haar zonnebril tevoorschijn haalde. "Ik zal happen," zei ze, terwijl ze haar Ray-Banbril opzette. "Waarom ben ik gekomen?"
"Wees nou eerlijk," zei Reggie. "Je denkt dat de verdwijning van Kylie iets te maken heeft met die van Maya, of niet?"
"Maya's ontvoering was bijna dertig jaar geleden. Kleine kans dat die twee zaken na zoveel tijd iets met elkaar te maken hebben."
"De meisjes zijn allebei uit mijn huis ontvoerd door hetzelfde slaapkamerraam en jij denkt dat dat toeval is?"
"Nee, geen toeval," zei Thea. "Het kan zijn dat degene die Kylie Buchanan heeft ontvoerd expres de ontvoering van Maya heeft nageaapt om zijn of haar werkelijlke motieven te verbergen."
Reggie beet nadenkend op haar lip, haar blik strak op de weg gericht. De auto's die wegreden van de luchthaven reden bumper aan bumper. De profiler van de FBI zei ook al zoiets.