Hartstocht in de bergen - 2
Giovanni Cannavaro staarde naar een van afgrijzen vertrokken gezicht dat half schuilging achter een dikke sjaal en de belachelijkste muts die hij ooit had gezien. Bijna was hij door zo'n vervloekte kerstboom onderuit geschoffeld; als er iets was waar hij een hartgrondige hekel aan had, dan was het wel Kerstmis en alles wat daar ook maar enigszins mee te maken had. Zijn woede verdween echter net zo snel als die was gekomen, terwijl hij tot zijn verbazing een uiterst zeldzaam en volkomen onverwacht vrolijk gevoel moest onderdrukken.
Lang duurde die vrolijkheid echter niet.
Hij deed een stap in de richting van de vrouw. "Opzij."
"Wat?"
"Ik draag hem wel voor je."
"M-maar...dat kan helemaal niet."
"Eerst sla je me bijna tegen de grond, en nu denk je dat je me kunt vertellen wat ik wel en niet kan doen?"
Afgaande op het vuurrode gezicht dat nog steeds half schuilging achter haar sjaal en haar muts, schrok ze behoorlijk van zijn woorden.
"Ik heb niet-"
"Hou jij de deur maar open," onderbrak hij haar, waarna hij een knikje gaf aan de andere man die zich zo te zien heel graag onzichtbaar wilde maken. "Ik ben lang, net als hij. Op deze manier is het gemakkelijker. En veiliger," voegde hij er vinnig aan toe.
Ze hield de deur open en drukte zichzelf zowat plat tegen de muur terwijl de twee mannen met de boom langs haar heen liepen.
"Ziezo, dat is geregeld," zei Giovanni nadat ze de boom in de houder hadden gezet en het net om de takken heen hadden verwijderd.