Het verwerven van gunstige omstandigheden op het tijdstip van het sterven
Het vorige artikel handelde voornamelijk over twee hindernissen die een goede beoefening tijdens het sterven in de weg staan - overweldigend lijden en onterechte verschijningen die aanleiding geven tot begeerte, afkeer of verwarring.
Terwijl je ernaar streeft die twee hindernissen te vermijden, dien je ook een deugdzame houding op te wekken door je beoefening in gedachten te houden. Als er geen hoop meer op dit leven is, als de artsen je hebben opgegeven, als religieuze Riten niet meer baten en als zelfs je vrienden en familieleden diep in hun hart de hoop hebben opgegeven, moet je iets doen waar je wat aan hebt.
Zolang je beschikt over aandacht, moet je alles doen wat in je vermogen ligt om het bewustzijn op deugdzaamheid gericht te houden.
Daartoe dien je je de aanwijzingen te herinneren om een deugdzame houding op te wekken.
Als het duidelijk is dat iemand op het punt staat te sterven, zouden vrienden zich niet om die persoon moeten scharen op een gehechte manier door de hand van de stervende vast te pakken, hem of haar in tranen te omhelzen, of te weeklagen over de situatie. Dat heeft geen enkele zin; een dergelijk gedrag zal daarentegen verlangen opwekken in het bewustzijn van de stervende en alle kans op het opwekken van een deugdzame houding teniet doen. Vrienden zouden moeten helpen de juiste omstandigheden te creëren om deugdzaamheid op te wekken door de stervende zacht religieuze instructies en beoefeningen in het oor te fluisteren totdat de uitwendige ademhaling is gestopt.
Als de stervende bijvoorbeeld gelooft in een schepper, dan kunnen gedachten aan God hem of haar meer rust geven, vrediger maken en gehechtheid, angst en spijt doen afnemen. Als de stervende gelooft in wedergeboorte zullen gedachten aan een zinvol volgend leven in dienstbaarheid aan anderen een soortgelijk effect hebben. Een boeddhist kan Boeddha in gedachten houden en goede daden in dit leven wijden aan een vruchtbaar nieuw leven.
Iemand die niet gelooft kan zich bezinnen op het feit dat de dood een onlosmakelijk deel van het leven is en dat het, nu die zich voordoet, geen zin heeft zich zorgen te maken. Het belangrijkste is gemoedsrust teneinde het stervensproces niet te verstoren.
Als je te horen zou krijgen dat je spoedig gaat sterven is het gewoonlijk niet alleen verdrietig voor jezelf maar ook voor vrienden en familieleden.
Het stervensproces - het zich geleidelijk terugtrekken van het bewustzijn - zou tegen de achtergrond van dit verdriet plaatsvinden. Maar als je, zoals hierboven beschreven, bent doordrongen van het belang om de essentie uit deze levenssituatie te lichten en van de noodzaak van spirituele beoefening, en je steeds weer opnieuw hebt bezonnen op tijdelijkheid, zul je door deze aanwijzingen te herinneren terwijl je stervende bent, niet onder invloed raken van ongunstige omstandigheden zoals leed en verdriet. In plaats van je af te leiden, herinneren alle verschijnselen die met de dood samengaan je aan de beoefening en sporen je aan tot meditatie.
Met dat in gedachten zal het mogelijk zijn te sterven in vreugde en vertrouwen, als een kind dat blij terugkeert naar het huis van zijn ouders. Van de mensen die naar een tussenstaat gaan, kunnen de besten hun volgende geboorte zelf bepalen; zo iemand kan vol vertrouwen sterven, zonder zich ergens zorgen over te maken. Een gemiddelde beoefenaar zal niet bang zijn en de minst ontwikkelde zal in ieder geval nergens spijt van hebben. Aangezien je je erop hebt voorbereid te worden herboren op een zinvolle manier - met de mogelijkheid je spirituele inspanningen voort te zetten - is er geen sprake van berouw, neerslachtigheid of angst als de dood zich aandient. Jouw bewustzijn kan in alle vertrouwen vertrekken.
Een aantal kloosterlingen en geleerden die ik ken zijn op die manier gestorven.
Zij beseften dat ze spoedig zouden sterven en riepen de mensen bij zich die dicht bij hen stonden om afscheid van hen te nemen. Op de dag van hun overlijden trokken zij hun gele kloostergewaden aan en zonder zich ook maar ergens zorgen over te maken stierven zij terwijl ze in meditatie waren.
Een monnik hier in Dharamsala had één van zijn helpers gevraagd hem zijn gewaad te brengen, trok het aan en stierf. Diverse mensen hier in India waren in staat dagenlang in het heldere licht van de dood te verblijven - één wel zeventien dagen, andere negen of tien dagen. Ten teken hiervan bleef hun lichaam, nadat hun ademhaling was opgehouden, gedurende die hele periode in dit warme land volledig fris, en rook volstrekt niet naar de dood.
Dergelijke mensen zijn in staat om standvastig in het heldere licht van de dood te verblijven en sterven met een immens vertrouwen en een immense vreugde.
Mijn oudere leraar Ling Rinpochee vertelde me een verhaal over een lama dat tegelijkertijd droevig en grappig is. Tegen de tijd van zijn overlijden trok de lama zijn gele gewaad aan en vertelde zijn broeders dat hij op het punt stond dood te gaan. Terwijl hij in de meditatiehouding zat, stierf hij. Eén van zijn nieuwe leerlingen, die kort daarvoor van een buitenpost was teruggekeerd en niet wist dat het mogelijk was te sterven in meditatiehouding, kwam het vertrek van de lama binnen en zag dat het lichaam van zijn leraar rechtop zat. Hij dacht dat een geest het lichaam van zijn leraar was binnengegaan, en sloeg het lichaam tegen de grond!