Voorbereiding op het sterven

18-07-2025

Je hebt zowel innerlijke als uiterlijke omstandigheden nodig om te kunnen komen tot een succesvolle beoefening en daarover beschik je al. Als mens hebben we bijvoorbeeld een lichaam en een bewustzijn die ons in staat stellen onderricht te begrijpen. Aldus is aan de belangrijkste innerlijke voorwaarde voldaan. Uiterlijk heb je overdracht van de beoefeningen en de vrijheid om ze uit te voeren nodig.

Als je, beschikkende over die omstandigheden, je best doet, is succes verzekerd. 

Maar als je niet je best doet is het een enorme verspilling. Je dient die voorwaarden op waarde te schatten, want als er niet aan is voldaan, heb je niet eens de mogelijkheid. Je zou je huidige gaven moeten waarderen.

Aangezien je zowel een menselijk lichaam als de juiste uiterlijke omstandigheden hebt verworven, kun je vervolgens vanuit het verlangen om je beoefeningen te doen je leven de moeite waard maken. Dat moet je doen. Het wordt tijd dat je dat doet. Als je met deze mogelijkheid heilzame doelen nastreeft, kun je grootse dingen tot stand brengen; als je, gemotiveerd door de drie vergiften, begeerte, afkeer en verbijstering, werkt aan schadelijke doelen, kun je evenzoveel slechts in vele vormen tot stand brengen.

Het is erg moeilijk voor andere wezens zoals dieren die niet onze uitstekende menselijke basis hebben, op eigen kracht deugdzaam te handelen. In zelfzame gevallen brengen ze iets deugdzaams tot stand als de uiterlijke omstandigheden juist zijn, maar het is moeilijk voor hen om na te denken.

Als dieren begeerte of afkeer uitspelen, doen ze dat tijdelijk of oppervlakkig; zij zijn niet in staat veel kracht of variatie aan te brengen in slechte fysieke of verbale handelingen. Maar mensen kunnen iets vanuit een heleboel standpunten bekijken. Omdat onze intelligentie effectiever is, kunnen wij op grote schaal goed en kwaad tot stand brengen.

Als deze menselijke eigenschappen ten goede worden aangewend kunnen ze heel krachtig zijn. Als je oplet en je inlaat met goede handelingen, kunnen de doelen van dit leven en die van toekomstige levens tot stand worden gebracht. Als je niet oplet, kunnen je slechte daden ontzagwekkend lijden opwekken. Hoewel allerlei soorten wezens sinds de vorming van de aarde hier zijn geëvolueerd, zijn het om die reden  de mensen die de meeste verbeteringen tot stand hebben gebracht en zijn het eveneens de mensen die hebben geleerd hoe zij de meeste angst, het meeste lijden en andere problemen kunnen creëren - die zelfs de aarde dreigen te vernietigen. Het beste wordt gedaan door mensen en het ergste wordt gedaan door mensen. Aangezien je de fysieke gave hebt om zowel verlies als winst, zowel welzijn als narigheid te bereiken, dien je te weten hoe je die feilloos moet hanteren.

Als je wist dat je tijdens een lange, ononderbroken reeks van je leven over deze keuzemogelijkheden zou beschikken, was het misschien prima om ze in dit leven niet verstandig te gebruiken. Maar dat is niet het geval. Veranderlijkheid in ongeacht welk verschijnsel is een teken dat het afhankelijk is van oorzaken, dus de alom ervaren veranderlijkheid van ons lichaam is een teken dat ook het lichaam afhankelijk is van oorzaken. 

Elk wereldsysteem kent tijdperken van ontwikkeling, voortgang, desintegratie en tot slot een periode van leegte. Na deze viervoudige reeks ontstaat uit de circulatie van winden of energieën en uit de daaropvolgende ontwikkeling van andere elementen een nieuw wereldsysteem. Ongeacht of dit proces wordt verklaard in overeenstemming met de huidige wetenschappelijke inzichten of vanuit de boeddhistische filosofie, is er een tijd waarin een specifiek wereldsysteem niet bestaat. Het proces van de ontwikkeling van een wereldsysteem begint afhankelijk van veel oorzaken en voorwaarden die op zichzelf veroorzaakte verschijnselen zijn. Deze verschijnselen moeten tot stand gebracht worden door een scheppende godheid of door de kracht van het karma (vroegere handelingen) van de mensen die daar zullen worden geboren en die die omgeving zullen ervaren en gebruiken. Vanuit boeddhistisch standpunt is het onmogelijk dat iets wat is veroorzaakt en aldus tijdelijk is (inclusief een wereldsysteem) voor zijn schepping afhankelijk is van het toezicht of de motiverende kracht van een niet-veroorzaakte en derhalve permanente meditatieboeddha. Het is eerder door de kracht van het karma van voelende wezens dat de omgeving vorm krijgt. De enige andere keuze is dat zij niet veroorzaakt is, en dat zou absurd zijn. 

Net zoals de omgeving tot stand komt en uiteenvalt, afhankelijk van oorzaken en omstandigheden, is dat ook het geval met de kwaliteit van het leven van voelende wezens. Het is een strikte regel van oorzaak en gevolg dat op de lange duur goede oorzaken tot goede gevolgen leiden en slecht oorzaken ot slechte gevolgen leiden. Dit wil zeggen dat elke gunstige langetermijngevolg wordt voorafgegaan door het verzamelen van een goede oorzaak. 

Evenzo vraagt een krachtig effect om een krachtige oorzaak. Met betrekking tot onze menselijke fysieke aard of ons voertuig, moeten we in onze vorige levens de verscheidene krachtige oorzaken en omstandigheden hebben verzameld die ieder op zich de vorm, kleur en helderheid van zintuigen en andere kwaliteiten van dit lichaam hebben voortgebracht.

Indien wij na het verrichten van een deugdzame handeling het potentieel daarvan hebben verzameld en dat potentieel behouden zou blijven zonder te degenereren voordat het zijn vruchten afwierp in dit of een toekomstig leven, zou het niet zo broos zijn. Maar dat is niet het geval. Het opwekken van een sterk schadelijke gemoedstoestand zoals woede, overmant het vermogen van een potentieel dat op deugdzame wijze tot stand is gekomen, zodat het zijn vruchten niet kan afwerpen, maar zoals wanneer zaad verschroeit. 

Omgekeerd overweldigt het opwekken van een krachtige deugdzame houding potentieel dat door schadelijke activiteiten tot stand is gekomen en voorkomt dat zij hun vruchten afwerpen. Aldus is het noodzakelijk niet alleen veel krachtige oorzaken na te streven, maar ook tegenwerkende krachten die er de oorzaak van zouden zijn dat die gunstige oorzaken zouden degenereren, uit de weg te gaan.

De goede handelingen die noodzakelijk zijn voor het verzamelen van deze oorzaken of dit potentieel komen voort uit een getemd bewustzijn, terwijl slechte handelingen voortkomen uit een ongetemd bewustzijn.

Gewone wezens zoals wij zijn sinds de beginloze tijd gewend aan een ongetemd bewustzijn. Gezien deze aanleg kunnen we tot de conclusie komen dat handelingen die worden uitgevoerd met een ongetemd bewustzijn, voor ons meer kracht, en handeling die zijn uitgevoerd met een getemd bewustzijn voor ons minder kracht hebben. Het is belangrijk dat je begrijpt dat dit uitstekende voertuig of lichaam waarover wij beschikken een heilzaam gevolg is van veel krachtige, goede activiteiten van een getemd bewustzijn in het verleden. Het was heel moeilijk te verwerven en aangezien het heel zelfdzaam is dien je erop toe te zien dat je het goed gebruikt en jezelf ervan te overtuigen dat je het niet verspilt. Als het niet zeldzaam was, noch moeilijk te verwerven, zou je niet zo voorzichtig hoeven te zijn, maar dat is niet het geval.

Als het geschenk van dit mensenleven, dat zo moeilijk te verwerven is, stabiel en blijvend zou zijn - niet onderhevig aan verslechtering - zou je er op een later tijdstip gebruik van kunnen maken. Maar dit voertuig is broos en valt als gevolg van veel uitwendige en inwendige oorzaken gemakkelijk uit elkaar.

Ons lichaam dient door grofstoffelijk voedsel te worden onderhouden, maar als je te veel eet wordt precies datgene wat we nodig hebben voor een goede gezondheid een bron van ziekte en pijn. In landen waar het voedsel schaars is, veroorzaken honger en hongerdood veel lijden; in de landen waar het overvloedig en in veel voedzame variëteiten aanwezig is, heerst evengoed lijden, maar dan als gevolg van overeten en maag- en darmstoornissen.

Als er sprake is van evenwicht zonder enige duidelijke problemen, noemen we dat 'geluk', maar het zou dwaas zijn te denken dat we bevrijd zijn van ziekte of daar ooit vrij van zouden kunnen zijn. Een dergelijk lichaam is een bakermat voor problemen. Het is niet zo dat wij bij afwezigheid van ziekte, oorlogen of hongerdood niet zouden sterven. Het ligt in de aard van het lichaam om te ontbinden. Meteen vanaf het moment van de conceptie is het lichaam onderhevig aan verval.

Dus dit menselijke lichaam is een kostbaar geschenk, krachtig en toch broos. Alleen al dankzij het feit dat je leeft, bevind je je op een zeer belangrijke kruising en draag je een grote verantwoordelijkheid. Je kunt veel goeds bereiken voor jezelf en anderen, dus het zou een enorme verspilling zijn als je je laat afleiden door de onbelangrijke kwesties van dit leven. Je zou de wens moeten uiten om in dit leven in dit lichaam effectief te benutten en hierbij de hulp moeten afsmeken van je goeroe, de drie toevluchten en andere hulpbronnen, waarbij je jezelf van binnenuit aanmoedigt en van buitenaf hulp zoekt.

Vanaf de beginloze tijd hebben wij onder invloed gestaan van de illusie van blijvendheid, dus we denken dat er altijd tijd genoeg over is. Hierdoor lopen we groot gevaar ons leven te verspillen met uitstel. Om deze neiging tegen te gaan is het belangrijk te mediteren op tijdelijkheid, op het feit dat de dood zich ieder moment kan aandienen.

Zelfs al is het niet zeker dat je vannacht zult sterven, als je je bewust wordt van de dood, zul je begrijpen dat je vannacht zou kunnen sterven. Vanuit deze houding zul je, als er iets is wat je kunt doen voor zowel dit leven als het volgende, het voorrang geven boven iets waar je alleen in dit leven op een oppervlakkige manier wat aan hebt. Als je onzeker bent over wanneer de dood zal komen zal dat je er bovendien van weerhouden iets te doen wat zowel schade kan aanrichten in je huidige als in je toekomstige levens. Naarmate je dit gevoel van bedachtzaamheid ontwikkelt zul je er sterker naar streven geen ongunstige neigingen als gevolg van onbeheerste activiteiten te verzamelen. Je zult worden gemotiveerd om naar beste kunnen houdingen te ontwikkelen die fungeren als tegengif voor de diverse vormen van een ongetemd bewustzijn.

Ongeacht of je een dag, een week, een maand of een jaar leeft, de tijd zal betekenisvol zijn; je gedachten en handelingen zullen zijn gebaseerd op wat gunstig is op de lange duur en hoe langer je leeft, des te gunstiger ze zullen zijn.

Als je daarentegen onder invloed komt van de illusie van blijvendheid en je tijd verdoet met zaken die niet verder gaan dan de oppervlakte van dit leven, lijd je groot verlies.

Wat mijzel betreft,  ik ben nu zevenenzestig. Ik ben ouder dan de dertien Dalai Lama's die mij zijn voorgegaan, afgezien van de Eerste Dalai Lama, Gendun Drup, die ouder werd dan tachtig; de Vijfde Dalai Lama werd zesenzestig; ik ben ouder dan hij - ik ben een oude man! Vanwege recente ontwikkeling in de medische zorg en levensomstandigheden hoop ik wel tachtig of negentig te worden, maar het staat vast dat ik op een zeker moment moet sterven. Wij Tibetanen denken zelfs dat we onze levensduur via Rituelen kunnen verlengen, maar ik ben er niet zeker van of mensen die ze uitvoeren langer leven. Om een Ritueel voor een lang leven te kunnen uitvoeren moet je visualisaties tijdens concentratiemeditatie lang vast kunnen houden. Bovendien is het noodzakelijk de leegte van inherent bestaan te begrijpen, aangezien inzicht zelf zich manifesteert als de voorstelling van jouw ideale zelf. Het is ook noodzakelijk dat je beschikt over mededogen en de onbaatzuchtige intentie om tot verlichting te komen. Deze vereisten maken meditaties voor een lang leven mogelijk. 

Aangezien de houdingen van blijvendheid en eigenliefde -  die we in ons hart koesteren alsof het leven daarom draait - onze ondergang betekenen, werpen de meditaties die gericht zijn op tijdelijkheid, de leegte van inherent bestaan en mededogen de meeste vruchten af. Zonder deze zullen Rituelen voor een lang leven en dergelijke niet helpen. Daarom benadrukte Boeddha dat de twee vleugels van de vogel die naar Verlichting op weg is, mededogen en inzicht zijn. Met deze twee kun je tegenwicht bieden aan de houding van blijvendheid en eigenliefde, die sinds de beginloze tijd ons streven naar geluk hebben ondermijnd.

Zo rond mijn vijftiende of zestiende bestudeerde ik de stadia van het pad naar Verlichting en begon met een bepaalde vorm van meditatie om die stappen te ontwikkelen. Ik begon ook les te geven waarbij ik steeds meer analytische meditatie moest beoefenen, aangezien lesgeven en analytische meditatie hand in hand gaan.

Het is de aard van het cyclische bestaan dat wat is verzameld uiteindelijk uiteen zal vallen - ouders, kinderen, broers, zussen en vrienden. Ook al houden vrienden nog zo veel van elkaar, uiteindelijk moeten zij van elkaar scheiden. Goeroes en leerlingen, ouders en kinderen, broers en zussen, mannen en vrouwen en vrienden - ongeacht wie ze zijn - uiteindelijk moeten zij van elkaar scheiden.

Toen mijn oudere leraar Ling Rinpochee in goede gezondheid verkeerde, kon ik de gedachte aan zijn dood nauwelijks verdragen. Voor mij was hij altijd een rots in de branding waarop ik mij kon verlaten. Ik vroeg me af hoe ik zou kunnen overleven zonder hem. Maar toen hij een hersenbloeding kreeg, gevolgd door een tweede, zeer ernstige hersenbloeding, kon een deel van mijn bewustzijn uiteindelijk als gevolg van de situatie denken: "Nu zou het beter voor hem zijn als hij ging." Soms heb ik zelfs gedacht dat hij opzettelijk die ziekte op zich nam zodat toen hij inderdaad overleed, ik er klaar voor zou zijn de volgende taak op me te nemen - op zoek te gaan naar zijn reïncarnatie.

Afgezien van het feit dat wij al onze vrienden moeten loslaten worden de rijkdom en bronnen die wij in de loop van de tijd verzamelen - ongeacht hoe schitterend die zijn - uiteindelijk onbruikbaar. Al bekleed je nog zo'n hoge rang of positie, uiteindelijk kom je ten val. Om mijzelf hieraan te herinneren reciteer ik als ik het hoge podium bestijg vanwaar ik lesgeef en vlak voordat ik ga zitten de woorden uit de Diamantslijper Soetra over tijdelijkheid.

Ik bezin mij op de broosheid van veroorzaakte verschijnselen en knip met mijn vingers, waarbij het korte geluid tijdelijkheid symboliseert. Op die manier herinner ik mijzelf eraan dat ik spoedig van de hoge troon zal afdalen.

Alle levende wezens - ongeacht hoe lang zij leven - moeten uiteindelijk sterven. Er is geen andere weg. Als je eenmaal binnen het cyclische bestaan verblijft, kun je niet om de aard ervan heen. Ongeacht hoe geweldig de zaken ervoor staan, het ligt in hun aard verankerd dat zij, en jij die ervan geniet, ooit uiteen moet vallen.

Niet alleen moet je uiteindelijk sterven, maar je weet niet wanneer het einde zal komen. Als je dat wel wist, zou je de voorbereidingen kunnen uitstellen tot de toekomst.

Zelfs als je tekenen vertoont dat je een hoge ouderdom zult bereiken, kun je niet met honderd procent zekerheid zeggen dat je vandaag niet zult sterven. Uitstel is niet toegestaan. Je dient juist voorbereidingen te treffen zodat je, zelfs als je vannacht zou sterven, nergens spijt van zou hebben. Als je begint in te zien dat de dood onzeker is en zich in je onmiddellijke nabijheid bevindt, zal het je steeds duidelijker worden hoe belangrijk het is je tijd wijs te gebruiken.

Nadenken over de dood dient niet alleen als voorbereiding op het sterven en zet niet alleen aan tot activiteiten die toekomstige levens ten goede komen, maar heeft ook een ingrijpende invloed op onze instelling. Als mensen bijvoorbeeld niet gewend zijn aan deze beoefening om je bewust te zijn van de zekerheid van de dood, hebben hun vrienden en familieleden, zelfs als het duidelijk is dat ze oud zijn en spoedig zullen sterven, het gevoel dat ze de schijn moeten ophouden. Ze vinden het zelfs nodig hun complimenten te geven over hun uiterlijk. Beide partijen weten dat het een leugen is. Het slaat nergens op!

Soms gaan zelfs patiënten die lijden aan een terminale ziekte zoals kanker, woorden als 'sterven' of 'dood' uit de weg. Ik vind het bijna onmogelijk met hen te spreken over hun aanstaande dood, ze willen er gewoon niet over horen. 

Maar voor iemand die nu zelfs het woord 'dood' niet aankan, laat staan de werkelijkheid ervan, zal het feitelijke sterven waarschijnlijk veel ongemak en angst met zich meebrengen. Als ik daarentegen een beoefenaar ontmoet die de dood dicht lijkt te naderen, aarzel ik niet om te zeggen: "Ongeacht of je gaat sterven of beter wordt, beide vragen om voorbereiding." Zo kunnen wij ons samen bezinnen op de nabijheid van de dood. Het is niet nodig iets te verbergen, want die persoon is erop voorbereid de dood zonder spijt onder ogen te zien. Een beoefenaar die al eerder over tijdelijkheid heeft nagedacht is veel moediger en gelukkiger als hij sterft. Bezinning op de onzekerheid van het tijdstip van sterven ontwikkelt een vredig, gedisciplineerd en deugdzaam gemoed, omdat je op die manier stilstaat bij meer dan de oppervlakkigheden van dit kortstondige leven.